Van de North Rim naar Las Vegas

Het is vrijdagmorgen half tien, het Vegas zonnetje schijnt al lekker in de camper. Maar wij zijn nog niet helemaal wakker.

Gisterenmorgen zijn we, na alweer een hele koude nacht, al vroeg vertrokken vanaf onze laatste mooie natuurcamping. Jammer kamperen in de natuurparken is wel helemaal super.

We zakken vandaag vanaf bijna 2700 meter naar zeeniveau en ook weer de bewoonde wereld in.

We hebben berekend dat het ongeveer 260 miles is naar Las Vegas, onze volgende bestemming. Dus zijn we op tijd vertrokken om een beetje op tijd aan te komen. We willen natuurlijk uit in Las Vegas. Maar blijkbaar hebben we een misrekening gemaakt, de afstand is korter en we volgen veel de doorgaande weg dus zien we al rond één uur Las Vegas in de verte opdoemen.

Omdat het nog lekker vroeg is besluiten we vandaag nog de Hoover dam te gaan bekijken. Dit is de grootste dam van het westelijk halfrond. We verwachten dus nogal wat. De dam ligt op zo’n half uur rijden vanaf Las Vegas.

Als eerste zien we in de verte het stuwmeer, wat ligt dit weer mooi. Een knalblauw meer met daar omheen granietkleurige bergen er omheen. Sprookjesachtig. Vlak na het meer nemen we de afslag richting Hoover dam. Maar voordat we de dam bereiken moeten we door een controlepost heen. Vooraf wordt aangegeven dat we onze wapens niet mee mogen nemen (altijd jammer natuurlijk) naar de dam. Bij de post wordt de camper door twee mannen van binnen en van buiten onderzocht. De laadruimte en de toiletruimte moet open worden gemaakt. Na deze “inspectie” mogen we door rijden. Via een smalle bochtige weg tussen de rotsen bereiken we de dam. Hij ligt hier heel mooi en bijzonder. Maar we vinden de grootte alle twee wat tegenvallen, goed de dam is groot maar wij hebben het idee in Oostenrijk weleens een grotere dam te hebben gezien.
Gelukkig mogen we onze camper niet in de parkeergarage parkeren, maar moeten we de dam overrijden om de camper aan de overkant op een hoger gelegen parkeerplaats te zetten. Het is even langer wandelen maar we hebben dan wel 7 dollar bespaard.

We maken een wandeling over de dam en bezoeken het visitor center. Een rondleiding door de dam doen we maar niet. 30 dollar per persoon is toch wel wat veel. In het visitor center vinden we een tentoonstelling over het ontstaan en de bouw van de dam. Ik vind het altijd knap hoe ze in die tijd, in dit geval 1930, zo’n bouwwerk konden berekenen en maken.

Na het bezoek aan de dam rijden we nog even naar een uitzichtpunt van waar af we een mooi overzicht over het stuwmeer hebben. Natuurlijk willen we ook even over de brug, die naast en boven de dam ligt rijden om foto’s van de dam te maken. Helaas zit er langs de weg een hoge betonnen afrastering waardoor we de dam niet kunnen zien. Er zijn wel mensen die langs de brug lopen, maar we kunnen niet bekeken krijgen waar die de auto hebben geparkeerd, en eigenlijk vinden we het ook niet veilig om daar te wandelen dus dat doen we maar niet.

Vanaf de dam rijden we naar onze camping midden op de Las Vegas boulevard. Gelukkig komen we meteen op de goede weg terecht en vinden we de camping snel. Het is nog licht als we hier aankomen, en Las Vegas lijkt in niets op wat we er op televisie van gezien hebben. Maar we zullen het allemaal nog wel meemaken.

In de camper douche ik me nog even, en dan is het donker en tijd om richting “the strip” te gaan. Vanavond nemen we het ervan, en gaan we lekker uit eten. Vanaf de camping lopen we in het donker richting boulevard en als we daar de hoek omkomen……………….wow wat een licht, wat een geknipper, wat een neon. Helemaal zoals we verwacht hadden. Om de hoek van camping zit het Circus Circus hotel. Hier zou een achtbaan inzitten. Hmmm zal ons benieuwen. Na heel lang zoeken hebben we eindelijk de achtbaan gevonden, dit blijkt echter geen achtbaan te zijn maar een compleet pretpark met grote attracties zegt het bord. Jammer genoeg is het park alleen overdag open.

Voor de rest vinden we in het hotel een enorm groot casino en een compleet winkelcentrum. Gigantisch. In het hotel vinden we een pizzeria en we besluiten vanavond voor de pizza te gaan. De pizza was zo lekker, maar ook zo groot dat we hem allebei niet helemaal op konden.

Daarna wandelen we de stad in. Ik had thuis twee hotels opgezocht die ik zeker wilde zien. Het Palazzo Venetian en het Pelagio. Het Palazzo Venetian is een hotel met op de begane grond een casino en op de eerste verdieping een gigantisch winkelcentrum (waarin we, je gelooft het niet, verdwaald zijn) in Venetiaanse stijl, compleet met water en gondelvaarten (helaas vanwege onderhoud nu niet in gebruik, jammer nu moeten we echt een keer terug).

Eenmaal weer buiten zien we in de verte al het waterorgel van Belagio. Helaas is de show net afgelopen als we eraan komen. Maar ieder kwartier begint er een nieuwe show, dus we hoeven niet lang te wachten. Wat mooi, wat groots. Daarna is het tien uur, en voor de ouwetjes tijd om terug naar de camper te gaan. Maar omdat er zoveel te zien en te doen is duurt het lang voordat we thuis zijn. Het is dan ook al over twaalven als we bij de camper aankomen. De voetjes doen pijn van het wandelen maar het was superleuk.